Bouw van een De Ruiter

In die tijd gebruikten ze triplex mallen, die op een gestraalde metalen plaat werden gelegd. Met een krijtje trokken ze de contouren van de mal af en vervolgens sneden ze het model met snijbranders uit.

De romp van het schip (5 tot 6 mm dik) werd ondersteboven in elkaar gelast: eerst gehecht, daarna volledig afgelast. De waterdichte schotten werden al in de romp gelast, zodat de structuur stabiel bleef bij het omdraaien.

Na het keren van de romp werd de fundatie voor de motor(en), watertanks en brandstoftank gelast en direct geplaatst, nog vóór de opbouw (4 mm dik) werd gemonteerd. Daarna werd de volledige binnenzijde in de verf gespoten voordat de afbouw begon.

Vervolgens konden de timmerlieden en elektriciens aan het werk, terwijl buiten de schilders met hun werkzaamheden begonnen.