Reis naar Duitsland en Denemarken - mei – september 2018
Op 24 april hebben wij volledig onverwachts besloten om samen met een andere boot naar Denemarken te varen. Het wordt een lange reis van ruim 4 maanden.
Op 6 mei is de reis gestart. Wij varen eerst naar Zwolle voor De Ruiterdagen en op 17 mei gaat de reis echt beginnen..
Op 6 mei zijn wij van Waspik naar Tiel gevaren met prachtig weer. Via de Maas en het Andrieskanaal en de sluis bij St. Andries zijn wij de Waal opgevaren. Na 11 km zijn wij Tiel binnen gelopen voor overnachting.
Het Hemelvaartweekend (9mei t/m 13 mei) waren wederom voor De Ruiterclub bestemd en die vond ditmaal plaats in Zwolle. We hebben weer heel gezellige De Ruiter dagen gehad met elkaar. Meerdere schippers waren met de trein/auto gekomen voor de bijeenkomst met allerlei activiteiten.
De route die wij gekozen hebben om van Zwolle naar Duitsland te varen is een traject met vele sluizen en bruggen en een maximale snelheid van 6 – 9 km. Maar het is toch de snelste en prettigste route om vanaf Zwolle in Duitsland te komen.
Donderdag 17 mei zijn wij aan onze reis via Duitsland naar Denemarken begonnen. Vanuit Zwolle zijn wij via het Zwarte Water, het Meppelerdiep, de Hoogeveensevaart, een tocht van bijna 8 uur, 54 km, 4 sluizen en 8 bruggen afgemeerd in Noordscheschut (net na Hoogeveen).
18 mei zijn wij via de Verlengde Hoogeveensevaart en de route van de (Nieuwe) Veenvaart, wederom met vele sluizen ( 7) en bruggen (17) en na 8 uur en 42 km afgemeerd in Barger-Compascuum.
Zaterdag 19 mei Duitsland via het Haren-Rütenbrockkanal binnengevaren. Bij Ter Apel nog diesel getankt en ’s middags afgemeerd in Haren.
1ste Pinksterdag om 09.30 uur vertrokken na eerst water te hebben getankt en met heerlijk weer via het Dortmund-Ems-Kanal naar Hanikenfähr gevaren en daar om 14.30 uur afgemeerd in de haven van Lingen-Ems. De 3 sluizen gingen vlot, het lijkt voor ons normaal te worden.
2e Pinksterdag om 09.00 uur vertrokken en om 14.00 uur afgemeerd voor de sluis bij Rodde. Een Duitser had ons verteld dat de sluizen op 2e pinksterdag tot 18.00 uur zouden schutten. Niet dus, maar wij hadden een prima overnachtingsplek voor de sluis Rodde en het was heerlijk weer om op het achterdek te zitten met een afmeerbiertje.
Dinsdag 25 mei, na sluis Rodde en Bevergem het Mittellandkanal opgevaren en afgemeerd in Recke. Een haven met kleine boxen waar wij maar net een passende box konden vinden.
Op woensdag 23 mei zijn wij naar Bad Essen gevaren, afgemeerd in de Marina Essen(!?).
De haven is erg nieuw, naast de haven wordt een appartementencomplex gebouwd en daar hadden wij heel veel herrie en heel veel stof/gruis overlast van. Het is wel een prachtig Duits plaatsje met veel oude vakwerkhuizen.
Na 2 dagen Bad Essen zijn wij verder gevaren naar Minden. Het is onveranderlijk mooi en heel warm weer. In Minden zijn wij ook 2 dagen blijven liggen en wederom met onze fietsen op stap geweest. Zonder fietsen is het allemaal nogal ver weg, wij zijn dus blij met onze HEMA vouwfietsen. Zaterdagavond zijn wij in de haven uitgenodigd voor een BBQ en dat was heel gezellig, veel mensen, lekker eten en bier en een heerlijke temperatuur. Wat willen wij nog meer?
Na Minden de reis voortgezet naar Hannover. Afgemeerd bij de Marine-Kameradschaft Hannover en de volgende dag met de bus naar het centrum gegaan. In Hannover het Neues Rathaus bezocht tot boven in de koepel. De koepel meet tot en met de vergulde spits maar liefst 97.73 meter. Na eerst een aantal trappen beklommen te hebben brengt een heel eng klein boogliftje voor 6 personen je 42 meter omhoog en daarna nog een aantal trappen en dan kom je op een panoramaplatform. Het uitzicht is prachtig heel Hannover ligt aan je voeten. Verder biedt Hannover tal van prachtige gebouwen in de Altstad, maar het is zo warm dat de keuze voor een terras in de schaduw toch gauw gemaakt is.
Na 3 dagen bloedheet Hannover op woensdag 30 mei om 09.00 uur verder gevaren. Voor de sluis van Anderten een uur liggen wachten i.v.m. een storing van de 1ste sluis. (de 2e sluis is in onderhoud) De 2 sluizen van Anderten zijn in 1928 gebouwd en 217 meter lang met een verval van 14.70 mtr. Wij zijn in Bergfahrt en moesten dus ruim 14 mtr omhoog worden geschut, maar het ging heel snel en voor het eerst stonden wij in de regen (=sluisweer). Na de sluis knapte het weer snel op en werd het weer erg warm. Om ongeveer 15.00 uur afgemeerd in Yachthaven Heidanger in Wedtlenstedt (in de buurt van Braunschweig).
Zaterdag 3 juni hebben wij onze reis weer voortgezet en via het Mittellandkanal het Elbe-Seitenkanal opgevaren. Deze dag is wat druilerig verlopen, maar het was zeker niet koud. Overnacht in de YH Wittingen, dit ging net het was hier erg ondiep.
De volgende dag om voor 09.00 uur vertrokken na een paar uur bij de sluis van Uelzen aangekomen. Wij hebben hier ongeveer een uur moeten wachten, maar werden vervolgens vlot geschut. Het verval is in 1 keer 23 meter, gelukkig is het een sluis met Schwimmpoller. Ruim 40 km verder de volgende sluis, dit is het Schiffshebewerk Lüneberg/Scharnebeck.
De scheepslift Scharnebeck overbrugt een hoogteverschil van 38 meter. Het eerste schip passeerde de scheepslift in 1975. De lift heeft twee bakken die verticaal worden bewogen. Grote contragewichten zorgen dat weinig kracht nodig is om de bakken te bewegen. Na het binnenvaren van de bakken duurt het ongeveer 7 minuten om het hoogteverschil van 38 meter te overbruggen. De bakken zijn ongeveer 100 meter lang en 11.8 meter breed. De waterdiepte is ongeveer 3.4 meter, mede afhankelijk van de waterstand in het kanaal.
Je vaart in een sluisbak en vervolgens ga je heel snel 38 mtr naar beneden (wij zijn nu in Talfahrt) . Het is heel indrukwekkend en het loopt heel soepel. Na dit spektakel 7 km verder de Elbe opgevaren en bij het even verderop gelegen Lauenburg afgemeerd.
Op dinsdag 5 juni het Elbe-Lübeckkanal opgevaren naar Mölln en wederom is dit een mooi Duits stadje. De stad is ook bekend door Tijl Uilenspiegel, hij schijnt er in 1350 te zijn overleden. Een standbeeld doet hem herinneren.
Na Mölln het Elbe-Lübeckkanal op donderdag 7 juni verder gevaren en het is echt een wonderschoon kanaal! De 5 sluizen gingen vlot en na 5 uur in Lübeck afgemeerd. Wij liggen aan een oude, volledig gerestaureerde handelskade. Waaraan pakhuizen zijn gerenoveerd tot kleine kantoren, congres/feestruimte en andere doeleinden. Wij zijn hier 4 dagen blijven liggen, het is een prachtige stad met vele mooie gebouwen, vooral kerken, maar ook oude straatjes met allerlei fraaie panden en natuurlijk het wereldberoemde Holstentor, dit was het symbool van het vrije Lübeck in 1478.
Na 4 heerlijke dagen in Lübeck zijn wij maandag 11 juni naar Travemünde gevaren. Het is nu nog steeds erg rustig op het water, de drukte moet nog komen. Het is niet ver varen naar Travemünde en er zijn heel wat havens om af te meren. Wij hebben eerst nog diesel getankt bij een bunkerstation aan de Trave en daarna in de haven afgemeerd. Natuurlijk heel wat afgewandeld, Travemünde is een oude badplaats waar de vergane glorie wel zichtbaar is. Het is ook de aanlegplaatsen voor de grote veerboten uit heel Scandinavië en ook voor enorme cruiseschepen die slechts zo’n 30 meter achter ons langs varen.
Op 13 juni verder gevaren naar Wismar, dit is een oude (Oost) Duitse stad gesticht tussen 1226 en 1229 door Lübeckse kolonisten. In 1945 ging de stad deel uitmaken van de DDR. Wismar is een bezienswaardige stad, waar nog steeds wordt gewerkt aan herstel van oorlogsschade en verwaarlozing. Wismar is in 2002 op de Werelderfgoedlijst van UNESCO geplaatst.
Na 2 dagen Wismar zijn wij naar Rostock gevaren, een tocht van ruim 7 uur over de Oostzee. Wij hadden mooi rustig weer en het was erg relaxed om zo te varen. Rostock is de grootste stad van de deelstaat Mecklenburg-Vor-Pommeren. Ook deze stad heeft een lang verleden, voor het eerst genoemd in 1160. Rostock was een lid van de Hanze en werd daarmee in de Middeleeuwen een rijke stad. Rostock is een zeer levendige stad waar het Oost-Duitse verleden nog zichtbaar is. Deze stad heeft heel veel moois om te bekijken en dat hebben wij dan ook volop gedaan. Tijdens de stadswandelingen kwamen wij vreemd genoeg iedere keer weer een ijstent tegen, maar gezegd moet worden dat het door het prachtige weer wel erg welkom was.
Het vervolg van de reis hadden wij in eerste instantie naar Strahlsund gepland, maar de vaartijd daar naar toe is ruim 10 uur en er is geen haven waar je eerder kan afmeren. Er is wel halverwege een haven, maar de kans dat er te weinig water staat is groot. Daarom hebben wij besloten om vanaf Rostock over te steken naar Denemarken.
Op 18 juni Rostock verlaten en na Warnemünde de Oostzee weer opgevaren. De windverwachting was goed genoeg om de oversteek te maken. Tijdens de oversteek moesten wij een Shipping Lane passeren en die was op dat moment vrij druk. Een enorm cruiseschip had precies de zelfde waypoint route uitgezet als wij en daardoor moesten wij meer naar het oosten uitwijken en daar stond aanmerkelijk meer wind en golven. Na een poosje flink schommelen kwamen wij onder invloed van de kust van Denemarken en werd het weer rustiger varen. In verband met de windrichting hebben wij besloten niet in de haven van Hesnæs te overnachten, maar door te varen naar Stubbekøbing en daar zijn wij na 8 uur en 100 km varen afgemeerd in de Lystbådehavn.
|
|
In Stubbekøbing konden wij gaan wennen aan de Deense taal en de Deense kroon. Toch wel erg gemakkelijk die euro! Het is wel heel leuk om met je eigen boot naar Denemarken te varen, er is water genoeg, de bruggen zijn erg hoog en dat geeft heel veel rustJ
Na 2 dagen Stubbekøbing via de Grønsund naar Vordingborg (Seeland) gevaren. Een kleine stad met voldoende winkelaanbod en een hele oude burcht/ruïne. De wind nam deze dagen vrij veel toe en daarom besloten, nu we toch verwaaid liggen, met de trein Kopenhagen te bezoeken. Nou dat hebben wij 2 dagen gedaan met vele kilometers lopen in deze mooie stad. Wij hebben vele mooie gebouwen en oude stadsdelen bezichtigd. De gebouwen alleen aan de buitenzijde gezien en dat geeft een reden om nog eens terug te gaan om de binnenzijde te bekijken. Natuurlijk hebben wij de Kleine Zeemeermin ook bewonderd.
|
Kleine Zeemeermin |
Na Vordingborg naar de eilandjes Femø en Fejø gevaren, een tochtje van ruim 3 uur (van Femø naar Fejø 1 uur). Op beide eilanden 2 dagen blijven liggen en met de fiets de eilanden verkend. Femø heeft 120 inwoners en Fejø niet veel meer. Veel fietskilometers zijn op deze eilanden niet te maken tot opluchting van een bepaald persoon.
Femø, Fejø vormen samen met het dichtbij gelegen Askø een eilandengroep in de Oostzee.
Tot onze grote verrassing kwam in de jachthaven van Fejø ’s avonds een grote veerboot binnenvaren. Het was de veerboot van Femø en die heeft dáár een aanlegplaats, maar deze veerboot past echt niet in Fejø, het blijft voor ons de vraag of het een vergissing was of dat hij de vaargeul kwam uitdiepen.
Op 28 juni zijn wij via o.a. de Skælskør Fjord naar Skælskør gevaren. Een mooie Deense plaats met vrij veel typische Deense bouwstijl. Na Skælskør doorgevaren naar Korsør. Hier lagen wij in de jachthaven met uitkijk op de Koninklijke Marine van Denemarken, het gaf een beetje Den Helder gevoel.
Na 2 dagen Korsør bekeken te hebben zijn we langs de Grote Beltbrug naar Nyborg (Funen) gevaren. De Grote Beltburg (of Storebæltsbroen zoals de Denen zeggen) is een hangbrug tussen de eilanden Funen (Nyborg) en Seeland (Korsør). De brug bestaat uit 2 delen en is 18 kilometer lang.
De naam Nyborg verschijnt voor het eerst in 1193 en is afkomstig van het gelijknamige kasteel ‘’Nyborg Slot’’. Dit kasteel - waarvan een gedeelte bewaard is gebleven - is rond 1170 gebouwd. Helaas is het kasteel wegens een grote renovatie voor ruim 2 jaar gesloten.
De gunstige ligging midden in Denemarken maakte Nyborg tot een geschikte locatie voor het jaarlijkse Danehof een soort parlement waar koning en edelen bijeenkwamen om te vergaderen over nieuwe wetgeving. Van 1284 tot 1413 vonden deze vergaderingen plaats in het Nyborg Slot.
Nu vindt jaarlijks het Danehof spektakel plaats in het eerste weekend van juli. En dat was precies de tijd dat wij er waren. Nyborg was omgetoverd tot een middeleeuws plaats, met allerlei stalletjes, muziek en mensen in middeleeuwse klederdracht. Het grootste spektakel was het riddertournooi met steekspel op het plein voor het Nyborg kasteel en het stadhuis. Een fraai stukje geschiedenis van het Koninkrijk Denemarken in het toenmalige Koninklijke Nyborg.
De wind is voor een dag gaan liggen en daar maken wij gebruik van en zijn op 8 juli verder gevaren naar Kerteminde, nog steeds op Funen. Kerteminde is een kleine stad met enkele musea, een hele oude kerk. De 2e dag op Kerteminde trok de wind flink aan, maar wij waren al van plan om een dag te blijven liggen. Onze ligplaats keek uit op de baai van Kerteminde en wij hadden een wonderschoon uitzicht. Steeds weer worden wij verrast op de mooie en ook wisselende kustlijn van Denemarken en het heel heldere water van de Oostzee.
Na 2 dagen zijn wij in bijna 4 uur naar het eiland Samsø gevaren en afgemeerd in de haven van Ballen. Dit is een heel toeristisch centrum van het eiland. De drukte in de haven had veel weg van Terschelling. Wij lagen dan ook 4 breed gestapeld. Samsø is mooi om te fietsen vooral met het zomerse weer.
Op 12 juli zijn wij naar Ebeltoft op Jutland gevaren, een vaartocht van 4 uur op een beetje knobbelig Kattegat/Oostzee. De haven van Ebeltoft ligt schitterend in een baai en wij hebben echt de mooiste ligplaatsen. Ebeltoft is nogal toeristisch, maar het is ook weer een leuke plaats. De omgeving van Ebeltoft is heel mooi en wij hebben deze met onze fietsen verkend.
Maandag 16 juli zijn wij naar Århus gevaren. Århus is de 2e grote stad van Denemarken met een opvallende skyline. De haven is echter niet zo geschikt voor een beetje brede boot. Wij hadden nogal wat moeite om een geschikte box voor Vesta te vinden. Ook de havengelden betalen is een heel gedoe, je kan alleen met een bank/creditcard via internet betalen contant is niet mogelijk. Volgens de betalingsinstructie was betalen met onze Maestrocard geen probleem. Dat was het dus wel en uiteindelijk hebben wij 3 dagen gratis gelegen.
18 juli zijn wij verder gevaren naar Hov, een klein plaatsje met nog kleinere/smallere ligboxen. Ook hier hadden wij problemen om een geschikte plaats te vinden. Best lastig dat de boxen zo smal zijn, meerdere schepen hebben hier last van.
Na Hov doorgevaren via de Horsensfjord naar Horsen en de volgende dag de fjord weer verlaten en via de Fꜳnosund naar Middelfart op Funen gevaren. Je vaart tussen Jutland en Funen en het lijkt hier een hele brede rivier met hoge bosranden, flinke stroming én bruinvissen. We hebben er meerdere gezien, ze zwemmen vaak met zijn tweeën.
Middelfart is een leuke, rustige jachthaven (met wasmachine!) . Middelfart ligt op een landtong met aan beide zijde jachthavens. Denen vertelden ons dat er ’s middags vele (55) historische Deense schepen in de andere haven zouden aankomen. Wij op de fiets er heen en hebben er één gezien en na enige tijd niet langer staan wachten op de rest. De volgende morgen bij vertrek uit de haven zijn wij ze allemaal tegengekomen!
Op 24 juli naar Kolding en de volgende dag zijn wij naar Årøsund gevaren met nog steeds heel warm en bijna windstil weer. Vervolgens de dag erna naar Faaborg op Funen gevaren een leuk stuk varen over de Kleine Belt. In de haven was het behoorlijk druk en de passantenkade was niet beschikbaar. Het bleek dat daar ’s avonds 55 historische Deense schepen zouden afmeren (die wij al eerder hadden gezien). Deze schepen varen het Rondje Funen en het was de een na laatste haven die zij aandeden. Wij lagen op een uitstekende plaats en hebben er vele zien binnenvaren. Regelmatig werd het binnenvaren begeleid door het afvuren van kanonnen en musketten door kanonniers en musketiers.
Vrijdag 27 juli op tijd uit de haven van Faaborg gevaren, want de historische schepen zouden om 09.30 uur vertrekken en dat wilden wij voor zijn. Met een rustig vaartje overgestoken naar Jutland en afgemeerd in Aabenraa. In Aabenraa voor het eerst in 5 weken Denemarken ongeveer 2 uur regen gehad!
Na Aabenraa via de Aabenraa Fjord, de Als Fjord en de Als Sund afgemeerd in Sonderborg. Een leuke, maar ook drukke stad. Na Sonderborg via de Flensburger Fjord in Flensburg afgemeerd. Leuke stad! We zijn weer in Duitsland (voor evenJ) Flensburg ligt in het noorden van het land in een heuvelachtig gebied rond de Flensburger Fjord, tegen de grens met Denemarken. De stad werd gesticht in de 13e eeuw en in 1867, bij de verkiezingen voor de Noord-Duitse Rijksdag, toonde de stad een Deense meerderheid. In 1920, na afloop van de Eerste Wereldoorlog werd een referendum gehouden over de toekomstige indeling van het voormalige Hertogdom Sleeswijk. In Flensburg stemde 75% van de inwoners voor Duitsland, waardoor de grens ten noorden van de stad werd vastgelegd.
Na 2 dagen Flensburg doorgevaren naar Gelting Wackerballig, een oude haven waar het onderhoud niet op de prioriteitenlijst staat. In deze haven nog een echte (Deense) De Ruiterkotter met masten gezien!
We hebben nog tijd genoeg en het weer is nog steeds zo mooi en daarom besloten om toch nog even naar Funen te varen. In het zuiden van Funen zijn veel eilandjes. Op 2 augustus afgemeerd in Marstal op het eiland Ærø. Grote haven, maar wederom geen passende boxen voor onze Vesta. Voor brede boten zijn de havens nog steeds niet aangepast en wij zijn echt niet de enige. Marstal is een leuke oude Deense vissersplaats met veel kleine straatjes en oude originele Deense bouw.
Na 2 dagen verder gevaren naar Svendborg via smalle geulen, naast de geulen is het erg ondiep. Leuke vaartocht tussen meerdere kleine eilanden door. In Svendborg afgemeerd aan de kade in de havenkom in het centrum van Svendborg. Een gezellige stad met veel winkels, restaurantjes en toeristen. In Svendborg konden we GTL tanken en dat hebben wij dan ook gedaan. In Denemarken komt GTL langzaam op de markt, in Duitsland hebben wij het nog niet aangetroffen.
Op 7 augustus Svendborg verlaten en naar Rudkøbing op Langeland gevaren. Weer een Deens eiland aangedaan! Ook dit is weer een leuke kleine plaats en nog steeds is de temperatuur erg hoog. Een restaurant met een lekker Deens biertje gaat er dan ook goed in!
En dan …….. op 9 augustus nu echt Denemarken achter ons gelaten. Via de Oostzee de oversteek naar Kappeln aan de Schlei gemaakt.
De Schlei is een zijarm van de Oostzee in Schleswig-Holstein en begint bij Kappeln en eindigt zo’n 42 km landinwaarts bij de stad Schleswig.
In Schleswig ook het prachtige slot Gottorf bezocht. In slot Gottorf is het nationale kunst, cultuurhistorische en archeologische museum van Schleswig-Holstein gehuisvest, het was zeer de moeite waard om dit slot/museum te bezoeken.
Na 3 dagen Schleswig zijn wij weer via de Schlei naar Kappeln gevaren voor overnachting en vervolgens naar Eckernförde. De Eckernförde bocht is heel diep en aan het eind is een marinebasis gevestigd met in ieder geval 4 onderzeeboten. In Eckernförde ook nog een museum bezocht over de geschiedenis van deze plaats en er was ook een ruimte met antieke elektra. Bert en Niek vonden dit heel interessant!
Op zaterdag de 18e via meerdere zeilregatta’s waar héél véél zeilschepen aan meededen, Kiel binnengevaren. Kiel is de hoofdstad van de deelstaat Schleswig-Holstein, het is een belangrijke havenstad, waarvandaan veerdiensten naar de meeste grote Oostzeehavens worden onderhouden. In de Tweede Wereldoorlog werd Kiel, destijds een belangrijke marinehaven, zwaar getroffen door luchtbombardementen. Het resultaat hiervan is dat de “nieuwe stad” weinig aantrekkelijks kan laten zien. De haven en kade bieden juist veel activiteiten, daar is het dan ook een grote drukte. Kiel geniet bekendheid als zeilstad, de grootste zeilregatta van de wereld vind hier jaarlijks plaats en tweemaal (1936 en 1972) werden in Kiel de Olympische zeilwedstrijden gehouden.
Op 20 augustus vertrokken uit Kiel en via de Holtenau sluizen het Noord-Oostzee Kanaal (NOK) opgevaren. Eerst een ticket gekocht voor doorvaart via het NOK à € 35 , dat kan bij een automaat net voor het sluizencomplex. Wij hebben ongeveer 45 minuten moeten wachten voordat wij de sluis in konden varen, samen met 2 coasters en enkele zeilschepen.
Wij zijn naar Rendsburg gevaren en het NOK is een heel mooi kanaal om te bevaren. Wij zijn 2 dagen in Rendsburg gebleven en vervolgens door gevaren naar Brunsbüttel.
Het Noord-Oostzeekanaal of Kielerkanaal vormt de verbinding tussen de Noordzee en de Oostzee. Het behoort tot de drukst bevaren kanalen in de wereld (bijna 35.000 schepen in 2012). Met als eindpunten Brunsbüttel aan de Elbemonding en het noordoostelijker gelegen Kiel, een afstand van 96.8 km. Het kanaal is afgesloten met sluizen, de oude sluizen, gebouwd van 1887 tot 1895, zijn 125 meter lang en 22 meter breed. Tussen 1911 en 1914 zijn nieuwe en grotere sluizen aangelegd. De nieuwe sluizen zijn 310 meter lang en 42 meter breed. In 2010 werden plannen bekendgemaakt voor de aanleg van een vijfde schutsluis bij Brunsbüttel. De extra sluis is noodzakelijk om het scheepvaartverkeer snel te verwerken en ook om grotere schepen toegang tot het kanaal te verschaffen. De aanleg zal circa zes jaar duren en als de bouw volgens plan verloopt komt deze omstreeks 2020 in gebruik.
De eerste plannen voor een kanaal tussen beide zeeën stammen al uit de 16e eeuw. In 1886 werd het besluit tot de aanleg genomen; een jaar later startte de bouw en het kanaal werd op 21 juni 1895 door de Duitse keizer Wilhelm II in gebruik genomen.
Tijdens ons gehele reis door het NOK (98.6 km) zijn wij slechts enkele zeeschepen tegengekomen. En het NOK is zo breed dat je daar geen enkele last van hebt, ook de golven die deze schepen maken stellen niets voor. Een kleine passantenhaven bij Brunsbüttel ligt net voor de sluizen, leuk om te liggen, maar wel wat onrustig i.v.m. het sluisverkeer. Wat wij tijdens het varen niet hebben meegemaakt, kwam die avond goed aan bod. Wij hebben vele zeeschepen de sluizen in en uit zien gaan vanaf ons achterdek. Een prachtig en imposant gezicht.
|
Sluiscomplex Brunsbüttel |
Vanaf Brunsbüttel hadden wij 3 mogelijkheden om richting huis te gaan. De eerste was bovenlangs via het Duitse- en eventueel het Nederlandse wad. De tweede via Bremerhaven en de derde via de Elbe naar Hamburg. De keuze voor de wadden en Bremerhaven viel af omdat zowel de wind, maar vooral het tij ongunstig was. De afstand was voor beiden ongeveer 150 km (± 10 uur varen) en dat is een flinke afstand. En om het tij mee te hebben moesten wij met begin laagwater vertrekken en helaas was het pas om 13.00 uur laagwater en dat hield in dat wij pas ’s avonds laat Bremerhaven konden bereiken. Varen in het donker in een voor ons onbekend vaargebied en het passeren van Shipping Lanes daar hebben wij dus niet voor gekozen.
De donderdag de 23ste om 07.15 uur (i.v.m. hoogwater) uit Brunsbüttel vertrokken en wij kregen vrij snel een sluis toegewezen helemaal alleen voor onze 2 schepen. Het was wel wat mistig op de Elbe, maar verder weinig zeevaart. Al snel kregen wij het hoogwater mee en gingen met een mooie snelheid de Elbe op. Hamburg is een zeehaven en hier vaart dan ook de grote zeevaart op. Onderweg slechts enkele zeeschepen tegengekomen en dan kom je in Hamburg. Het is daar gedaan met de rust, het is ongelooflijk hoeveel rondvaartboten en veerboten kris kras door elkaar varen en dat met de hoogste snelheid! Golven komen van alle kanten en het is heel goed uitkijken want ze komen echt overal vandaan. In de City Sporthaven Hamburg afgemeerd, deze haven ligt midden in Hamburg en in een zeer levendige omgeving. Het is niet echt rustig liggen en dat komt door de rondvaartboten die met topsnelheid de haven in- en uitvliegen, maar het is gewoon de leukste ligplaats om Hamburg te ervaren.
Hamburg is de op een na grootste stad en metropool in Duitsland en tevens de belangrijkste havenstad: de rivier de Elbe verbindt Hamburg met de Noordzee. De stad heeft ruim 1.8 miljoen inwoners. De geschiedenis van Hamburg begint omstreeks 834 en kent vele oorlogen, branden, overstromingen, maar ook een sterkte groei die te danken is aan de centrale ligging ten opzichte van de belangrijkste handelsroutes op de Noordzee en de Oostzee en het lidmaatschap van de Duitse Hanze, een handelsverbond.
Na 2 dagen Hamburg doorgevaren via de Elbe naar het voor ons bekende Lauenburg en daar overnacht. Vanaf nu is het voorlopig bekend vaargebied, omdat de heenreis ook via deze kanalen verliep.
De 28ste augustus via de Elbe het Elbe-Seitenkanal opgevaren en even later aangekomen bij het Schiffshebewerk Lüneberg/Scharnebeck. Wij hebben slechts 1 schutting moeten wachten en konden daarna mee met een binnenvaartschip 38 mtr omhoog. Ook de volgende sluis bij Uelzen (23 mtr) ging vlot en verderop afgemeerd in de jachthaven van Wittingen (het is er nog steeds ondiep).
De volgende dag het Mittellandkanal opgevaren en afgemeerd in de mooie jachthaven van Heidanger, hier zijn wij twee dagen blijven liggen.
Na 2 dagen weer het Mittellandkanal verder gevaren en via de sluis van Anderten (slechts 14 mtr) een uur later afgemeerd bij de Marine-Kameradschaft in Hannover na eerst diesel getankt te hebben. En eindelijk gaan de Duitsers het doorhebben, voor het eerst hebben wij GTL kunnen tanken. Volgens de havenmeester hebben zij als eerste GTL en dat sinds 4 weken.
We zijn nu echt op de terugreis en blijven daardoor ook wat korter liggen in de voor ons bekende havens. Na Hannover overnacht in Minden en de volgende dag doorgevaren naar Bad Essen.
Op 2 september het Mittellandkanal verder gevaren en overnacht aan de kade in Hörstel.
De volgende dag het Mittellandkanal achter ons gelaten en het Dortmund-Ems-Kanal (links) opgegaan en doorgevaren naar Münster en daar afgemeerd aan de kade. Op zich zou dit een hele mooie plek kunnen zijn. Je ligt afgemeerd tussen “oude”fabriekshallen wat nu vooral restaurantjes zijn geworden en waar vele kleine bedrijfjes in gehuisvest zijn. Maar de kade is nogal armoedig, geen stroom en water en de afmeermogelijkheden zijn heel minimaal. Toch is het waard om Münster te bezoeken. Tijdens de Middeleeuwen was Münster een bloeiende Hanzestad. De Vrede van Münster in 1648 maakten van Münster een onafhankelijk bisdom. Een ander belangrijk onderdeel van de Vrede van Münster was de beëindiging van de Tachtigjarige Oorlog en de erkenning van de onafhankelijkheid van Nederland door Spanje.
Na Münster verder gegaan en overnacht in Henrichenburg. Een plaatsje van niets, maar wel met een oud Schiffshebewerk. De oude Henrichenburg-scheepslift uit 1899 en de nieuwe 1962 liggen slechts een paar meter van elkaar en behoren tot de Henrichenburg–grachtfase van de federale waterweg Dortmund-Ems-Kanal in Waltrop-Oberwiese.
Op 6 september via het Dortmund-Ems-Kanal het Wesel-Dattelnkanal opgevaren met 6 sluizen voor de boeg. Er is een fors probleem met deze oude sluizen. Enkele maanden geleden heeft een vrachtschip een bolder uit de muur getrokken en daarom mogen vrachtschepen in deze sluizen niet meer vastmaken (jachten wel). Dit houdt in dat er maar 1 schip de sluis in mag, terwijl 2 vrachtschepen achter elkaar kunnen liggen (sluizen zijn 222 meter lang). Jachten mogen ook niet mee, omdat het vrachtschip los ligt en zich met de motoren op zijn plaats moet houden. Maar wonder boven wonder, alle sluizen konden wij steeds direct invaren of hebben even kort moeten wachten. Overnacht in Dorsten, een plaatsje wat weinig tot niets te bieden heeft. Wel een winkelcentrum met een supermarkt vlakbij.
Na de laatste sluis op het Wesel-Dattelnkanal de Rijn opgevaren en eindelijk weer een goede stroom mee. Hoewel wij na een paar kilometers alweer de Rijn afgingen en de haven van Wesel zijn ingevaren.
Een dag in Wesel blijven liggen en de stad bekeken, een drukke stad met een groot winkelaanbod. Een wandelboulevard loopt langs de Rijn en het is duidelijk dat deze rivier druk bevaren wordt. Het probleem van dit jaar is de zeer lage waterstand. De Rijn staat nu meters onder het normale zomerpeil. De vrachtschepen kunnen niet meer met volledige lading varen in verband met de nu ondiepe vaargeul. Ook wij hebben er last van, de haven van Wesel was nog net toegankelijk voor ons, maar die van Emmerich niet meer. Daarom de volgende dag doorgevaren naar Tiel. Een traject van 100 km maar met de stroom mee gaat het dan toch lekker vlot.
Ook in Tiel nog een dag blijven liggen en besloten dat wij onze gezamenlijke reis afsluiten in Woudrichem.
Dinsdag 11 september naar Woudrichem gevaren en dit is de laatste dag van onze gezamenlijke reis. De volgende dag zijn wij alleen via de Afgedamde Maas, de Wilhelminasluis en de Andelse Maas, de Bergsche Maas afgevaren naar Waspik, na eerst nog GTL in Heusden te hebben getankt.
Het is een prachtige reis geweest met wondermooi weer en wij hebben heel veel gezien en meegemaakt. Duitsland en Denemarken hebben hele mooie vaargebieden en vooral de Oostzee met de kust van Noord-Duitsland en Denemarken met zijn vele eilanden zijn geweldig om te bevaren en het is zeker voor herhaling vatbaar.
--------------------------------------------------------------------------------
Korte vaarinformatie:
Varen in Duitsland is geen enkel probleem, de sluizen worden over het algemeen vlot bediend, de havens zijn vaak vrij klein, maar er is altijd wel plaats. Stroom en water altijd beschikbaar, wasmachine/droger met regelmaat. Wel een probleem is internet, Duitsland loopt hier ontzettend mee achter vergeleken met Nederland en Denemarken. Heel vaak zelfs geen telefoonbereik en Wifi (Wlan) is een woord dat zij nauwelijks kennen en ook heel vaak kan je alleen contant betalen. Liggelden zijn hier lager dan in Nederland. Op de kanalen in Duitsland kom je honderden vaste bruggen tegen, de minste doorvaarthoogte is 4.60 mtr.
Varen in Denemarken is varen op groot water (Oostzee), hoge tot zeer hoge bruggen (56 meter) en geen sluizen. Havenmeesters hebben alleen de functie van controleur, betalen doe je via een automaat met je bankpas, maar uit ervaring is gebleken dat je een enkele keer alleen kan betalen met een creditcard. Stroom en water zijn in principe altijd op de steigers/kade aanwezig. Wasmachine en droger zijn wij ook regelmatig in havens tegengekomen. Diesel (soms GTL) is goed beschikbaar. De ligplaatsen in havens zijn voor onze Vesta wel regelmatig een probleem, Niet zozeer de beschikbaarheid van ligplaatsen, maar de breedte van de boxen, wij passen er vaak niet tussen. Ligplaatsen worden niet aangewezen, een groen bordje bij de ligplaats betekent vrij en rood bezet. De prijzen voor een overnachting zijn vergelijkbaar met die van Nederland. Winkels zijn over het algemeen redelijk in de buurt en in principe is alles te verkrijgen. Onze fietsen hebben wij vooral gebruikt om meer van de omgeving te kunnen zien.
Vaarkaarten
Stentec : digitaal en papier
Vaaratlas : Vom Rhein zur Nord- und Ostsee – Manfred Fenzl
Aanbevolen boeken:
De serie Törnfürher – Jan Werner
Dänemark 1 – Jutland, Anholt, Lasso
Dänemark 2 – Fünen, Seeland, Lolland, Falster, Mon, Bornholm
Ostseeküste 1 – Travemünde bis Flensburg
Ostseeküste 2 – Travemünde bis Stettin
Vaarwijzer - Bernard Munneke, René Vleut
Noord-Duitse binnenwateren